In plaats van een nephand wordt er een zichtbaar beeld getoond van een hand op een monitor (dus in 2D, dit blijkt ook te werken). Door nu de grootte van de nephand te variƫren, blijkt dat de illusie nog altijd blijkt te werken bij grotere afmetingen van de hand, maar dat de illusie verdwijnt als de hand kleiner is dan de werkelijke hand. Dit past mooi bij de werkelijke representatie van onze hand. Zeer dicht bij onze ogen is onze hand oneindig groot, maximaal ver weg, met meest gestrekte arm, heeft een minimale grootte. Als de hand nog kleiner wordt, dan kan het nooit meer onze hand zijn. Dit experiment laat dit mooi zien.
Dit inzicht geeft mooi weer hoe groot een avatar, of ledematen daarvan, kan zijn in virtuele werelden waarbij we nog het gevoel hebben dat het van ons is. En dus echter voelt.