Straks kan ik via een 3 dimensionale Google Earth (of een variant daarvan) zelf kiezen waar ik fiets. Het scherm wordt veel groter, zo krijg ik overzicht over de weg, over de stad, over het landschap. Als ik naar links stuur, dan ga ik ook naar links. Ik kan starten waar ik vorige keer eindigde. En ik ontmoet andere fietsers. Ik kan tegen hen strijden en daarbij naast snel fietsen ook nog eens tegelijkertijd zelf de korste weg zoeken. Maar ik kan ook in een ander landschap terechtkomen. In de Ardennen bijvoorbeeld. En dan gaat mijn fiets ineens veel zwaarder trappen. Of ik doe mee aan een wedstrijd en kan in het peloton rijden. Hoe harder ik rij, hoe geler mijn trui. Langs de kant staan schreeuwende mensen. Steeds meer. Ik herken zelfs mijn vrienden die ook trainen in dit programma. En mijn trainers uit de sportschool moedigen met keihard aan. Zelfs mijn broer uit AustraliĆ« staat te schreeuwen. Ik word hiervan super gemotiveerd. En het wordt bloedheet. Heel heet. De zonnebank boven mijn fiets is aangegaan. Het wordt alleen maar zwaarder. Het weer slaat om. Het begint te waaien. Ik voel wind van rechts. Van links. En weer van voren. En nu begint het ook nog te regenen. Wat is dit zwaar! Langs de kant staan mensen met paraplu’s. Nog een paar honderd meter. Ik hoor het geluid van mijn concurrenten achter me. Ik zet nog even aan. Ik trap. Ik trap. Ik trap….. En ik overwin. IK WIN! IK WIN! Wat een ervaring! Wat een spectakel. Wat een ontbering.
Hoezo virtuele wereld? Zo, en nu eerst op vakantie.