1. Postbank (7 waarnemingen)
2. ABN Amro (5 waarnemingen)
3. Hyves (5 waarnemingen)
4. KPN (5 waarnemingen)
5. Rabobank (5 waarnemingen)
6. ANWB (4 waarnemingen)
7. Funda (4 waarnemingen)
8. Google (4 waarnemingen)
9. Nike (4 waarnemingen)
10. Greenpeace (3 waarnemingen)
11. MTV (3 waarnemingen)
12. MySpace (3 waarnemingen)
13. TomTom (3 waarnemingen)
Postbank viel op door het plaatsen van geldautomaten op Google Maps, de Postbank brainstorm, het gepersonaliseerde e-mail programma, de aanwezigheid in Habbo Hotel, de introductie van spraakherkenning bij de service lijnen, Netgesprek (online advies bij hypotheken), het onderzoek via haar nieuwsbrief en tenslotte was Postbank de eerste Nederlandse bank die Skype ondersteunde.
Naast de nummer 1 notering van Postbank valt op dat financiële merken sowieso goed zijn vertegenwoordigd want ook ABN Amro en Rabobank hebben een top 5 notering gevonden. Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom juist deze merken zo actief zijn. Het lijkt erop dat het wegvallen van het persoonlijk contact in de fysieke bankkantoren nu opgevangen moet worden door ondersteuning met nieuwe technieken. Het feit dat deze klanten deze merken in de virtuele wereld willen opzoeken (populariteit Internet bankieren bvb) draagt hier ongetwijfeld aan bij. Ook de relatief grote budgetten spelen waarschijnlijk een rol, dan kan je gewoon meer doen. Daarbij komt het dat deze merken historisch gezien een lange relatie hebben klanten waarvan zij ook gegevens hebben. Tenslotte wordt de concurrentie steeds groter, bijvoorbeeld in beleggen, lenen of hypotheken.
Verder zien we Hyves aanwezig. Wat Hyves vooral laat zien hoe communicatie tussen mensen verandert; ook de wijze waarop met consumenten, hun leden wordt omgegaan is een voorbeeld voor merken van morgen. Ook Greenpeace zien we in het lijstje voorkomen. Zij helpt de consument redelijk objectief keuzes te maken tussen producten, diensten en zelfs politieke partijen. Natuurlijk wel rond de thema’s van Greenpeace.
Het onderzoek geeft mijn persoonlijke beeld weer op merkveranderingen. Het is dus zeker niet objectief. Daarbij is mijn blikveld beperkt, kan simpelweg niet alles zien. Toch heb ik wel duidelijke kaders gehanteerd om geen appels met peren te vergelijken. Hierbij heb ik de volgende definities gehanteerd:
1) Het moet gaan om consumentenmerken.
2) Het begrip ‘merk’ is breed geïnterpreteerd, als een associatienetwerk in hoofden van consumenten (van mensen). Dus méér dan een logo op een T-Shirt. Merken kunnen gerelateerd zijn aan producten, diensten of (virtuele) ervaringen. Meer hierover vind je in de Snelcursus merken. Dus ook overheidsmerken, non-profit merken en bijvoorbeeld kerken vallen dus binnen de definitie. Het business model (hoe krijgt een merk inkomsten en hoe zorgen zij dat die meer zijn dan de uitgaven?) is daarbij niet van belang.
3) De verandering moest zichtbaar zijn in de media of zijn verslagen in de media. Dat een merk een nieuwe innovatieve vorm van DM in 2006 heeft bedacht maar dit nooit in de buitenwereld heeft gebracht (behalve de doelgroep zelf dan), is niet meegeteld.
4) Ik moet de verandering (of communicatie daaromtrent) afgelopen jaar gezien hebben en hebben geregistreerd op www.mensmerk.nl. Ik stop veel tijd in compleetheid, volg veel bronnen, maar kan nooit compleet zijn.
5) Het moet gaan om structurele veranderingen en deze intentie moet ook zijn gecommuniceerd. Merken die dus alleen voor campagnes nieuwe technologie aanwenden zijn niet meegenomen.
De bruto lijst met waarnemingen (maar niet ontdubbeld en niet geschoond voor bovenstaande waarnemingen) is beschikbaar op mensmerk.nl. Ook de highlights van 2005 zijn hier nog altijd te vinden. Leuk om nog eens terug te kijken. Hier stopt het niet, de evolutie van de wereld, van media en merken gaat gewoon door en ik blijf het hier volgen.