In het boek tip ik in het nawoord het wereld van 2050 aan: De komende decennia nemen merken alle onze cognitieve taken van ons over zoals expliciet informatie onthouden, administraties voeren en plannen maken en bewaken. Creativiteit blijft vooralsnog aan ons behouden. Maar wat gebeurt na 2055? Als auto's zich autonoom verplaatsen en de menselijke deelname uit de logistieke keten van goederen is verdwenen? Als robots ook taken in complexere omgevingen hebben overgenomen zoals het huis schilderen, snoeien en de vaatwasser uitruimen. Zijn computers dan in staat creativiteit van verschillende mensen te combineren? Wanneer overstijgt de creativiteit van computers zlf de mensheid? Wat gebeurt er als zij ons ook hierin gaan overtreffen? In deze situatie stijgt de menselijke arbeidsproductiviteit tot het extreme en maximaliseert de participatie van de consument in de afname van de dienst. Computers en robots doen dan zo ongeveer al het werk. Wat gaan wij dan doen in de tweede helft van 21-ste eeuw? Krijgen we in dit schijnparadijs van onze wijze coaching brand agents wat leuke spirituele opdrachtjes om onze emoties te prikkelen? Of een vakantie naar Portugal voor een lekkere partij fysiek bewegen, te voetballen met onze vrienden? Of een spel om onze paranormale gaven te trainen? Mogen we straks en masse de zwakste mensen helpen vanuit het topje in de piramide van Maslow? Worden we dan als een soort speeltje voor computers, zoals wij nu zelf huisdieren houden voor ons eigen plezier?